De Koninklijke harmonie Euterpe is in het bezit van twee zeer fraaie schellenbomen. Vroeger gingen deze zware instrumenten geregeld mee als de harmonie er op trok voor een serenade of een mars op straat. Luid klingelend, met nikkelen belletjes en ornamenten, sterren en gekleurde paardenstaarten trokken de schellenbomen alle aandacht. En daar was het natuurlijk om te doen. De schellenbomen vormden samen met de drapeau het visitekaartje van de vereniging. Van oorsprong is de schellenboom een Turks muziekinstrument evenals de grote trom, de gewone trommel, de bekkens of cimbalen, de pauken, de tamboerijn en de triangel. Deze slaginstrumenten maakten samen met bazuinen, schalmeien en Turkse klarinetten deel uit van de Turkse Mehter muziek, de militaire muziek van de Janitsaren. Deze instrumenten raakten in het Westen vooral bekend in de 17e eeuw tijdens het beleg van Wenen. Met hun muziek maakten de Janitsaren grote indruk. Beroemde componisten als Mozart, Haydn en Beethoven gebruikten Turkse muziekthema’s en instrumenten in hun werken en Napoleon gaf opdracht om alle militaire muziekkorpsen met Turkse instrumenten uit te rusten. De schellenbomen van Euterpe vormen een belangrijk cultureel erfgoed en laten zien, hoe groot de invloed is geweest van de Turks-Islamitische cultuur in de 16e en 17e eeuw. De aan de Islam ontleende halve maan is terug te vinden in de vormgeving van de schellenboom, evenals de rinkelende belletjes, de paardenstaarten en de Chinese hoed die het geheel bekroont. Toen de Venrayse huisarts Dr Struben in 1928 naar Eindhoven verhuisde, richtte hij een schellenboomfonds op en korte tijd later kon de fanfare twee prachtige schellenbomen aankopen. De populaire Struben was, samen met dierenarts Herman Sala, in 1924 gekozen tot president van de fanfare. De vereniging had toen dus twee presidenten.
Twan van Els
President dokter E. Struben.
Van een groepsfoto van de fanfare in 1926 bij concours in Zetten