In 1921 richtte het bestuur van het Sint Antonius patronaat een jeugdfanfare op, de Kleine Fanfare genoemd. Bankdirecteur Willem Laurensse was leermeester en dirigent van het muziekgezelschap dat grote aantrekkingskracht uitoefende op de Venrayse jongelui. Meisjes werden
niet toegelaten. Ze konden überhaupt geen lid worden van het patronaat. Dat voorrecht was alleen voor jongens weggelegd. De directeur
van het patronaat, pater Nielen, had de wind er goed onder. Hij regeerde met strakke hand en verbood de jongelui om mee te spelen
in de Venrayse Fanfare. Hij achtte de omgang met die grote muzikanten gevaarlijk en ongewenst. Op haar beurt verbood de Grote Fanfare haar leden om met de Kleine Fanfare mee te spelen en aldus raakten de gemoederen al snel verhit. Over en weer werden verwijten gemaakt en zelfs de burgemeester en beschermheer Jan Poels moesten er aan te pas komen, om de boel te sussen. Maar veel hielp dat allemaal niet. Pater Nielen noemde enkele Fanfaremuzikanten‘schadelijke elementen, waaronder een allemansvriend die zuipt en kinderen verwaarloost en nog zo’n
paar grootmuilen’. Het moge duidelijk zijn dat de verhoudingen behoorlijk waren verziekt. De jeugdfanfare trad voor de eerste maal
voor het voetlicht ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van Koningin Wilhelmina op 15 september 1923. ‘Het ging nogal’ , aldus pater Nielen. Met andere woorden: het was niet veel soeps. De jeugdfanfare heeft overigens maar een paar jaar stand gehouden. In 1929 ging het gezelschap ter ziele. Pater Nielen was er niet rouwig om. ‘’Een luidruchtige fanfare lijkt minder te passen in ons werkprogramma’, was zijn conclusie.
Het huidige muziekkorps MMSK is de latere voortzetting van de Kleine Fanfare van het oude patronaat. Meer over de geschiedenis van
de Venrayse blaasmuziek kunt U lezen in het prachtige boek ‘Van Toeten en Blazen’ dat bij de vereniging en in de boekhandel nog steeds verkrijgbaar is.